-
1 regen
-
2 druipnat worden van de regen
druipnat worden van de regenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > druipnat worden van de regen
-
3 neerslag
1 [regen, sneeuw, hagel] precipitation ⇒ 〈 regen ook〉 rain, rainfall, 〈 hagel〉 layer, 〈 sneeuw ook〉 fall4 [neerwaartse beweging] downstroke♦voorbeelden:1 de jaarlijkse hoeveelheid neerslag • the annual precipitation/rainfallradioactieve neerslag • radioactive dust, fall-outde wetgeving moet de neerslag zijn van de publieke opinie • legislation should reflect public opinion -
4 druipnat
♦voorbeelden: -
5 water
1 [vloeistof] water3 [vaarwater] water 〈voornamelijk territoriale wateren; voornamelijk meervoud〉; 〈 waterweg〉 waterway4 [in algemeen zin als element] water6 [vloeistof die er als water uitziet] water8 [doorzichtigheid] water♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op water en brood zitten/leven • be/live on bread and waterdat kan al het water van de zee niet afwassen • nothing can get rid of the shame/guilt (of it) 〈enz.〉; all the water of the sea couldn't wash that off/awaymet warm en koud stromend water • with hot and cold (running) waterzwaar water • heavy waterbang zijn zich aan (koud) water te branden • get cold feetwater bij de wijn doen • 〈 letterlijk〉 water the wine; 〈 figuurlijk〉 compromise, moderate one's demandsde bloemen water geven • water the flowers〈 met betrekking tot een schip〉 water maken/innemen • make/take in waterwater uit de bron/pomp/zee • well water, water from the pump, seawatereen smal/diep/ondiep water • a narrow/deep/shallow waterwayde Zeeuwse wateren • the waters/estuaries of Zeelandbij hoog water • at high water/tidebij laag water • at low water/tidestil water • dead/slack waterstromend water • running waterboven water komen • 〈 letterlijk〉 surface, come up for air; 〈 ook figuurlijk〉 (re)surface; 〈 figuurlijk ook〉 turn up (again)iets boven water halen • 〈 figuurlijk〉 unearth/dig up somethingeen schip te water laten • launch a shipiemands water bekijken • check someone's urinezijn water laten lopen • wet oneself/one's pantswater in de knie hebben • have water on the knee6 iets op sterk water zetten 〈 ook figuurlijk〉 • 〈 letterlijk〉 preserve something in formalin/alcohol; 〈 figuurlijk〉 keep something on icediamant van het zuiverste water • diamond of the first/purest water -
6 teken
1 [symptoom] sign ⇒ 〈 aanwijzing ook〉 indication, 〈 voorteken ook〉 omen, 〈met betrekking tot ziekte; ook figuurlijk〉 symptom, 〈 blijk〉 token2 [aanduiding] sign, symbol 〈 ook wiskunde〉 ⇒ 〈 van tevoren vastgesteld〉 signal, 〈 schrijfteken〉 character3 [symbool] mark4 [sterrenbeeld] sign♦voorbeelden:het is een veeg teken • it promises no gooder zijn tekenen die wijzen op … • there are signs/indications of …tekenen van ongeduld • signs of impatienceeen teken van leven • a sign of lifeeen teken dat er regen komt • an indication/a sign of rain2 een teken geven om te beginnen/vertrekken • give a signal to start/leaveeen teken aan de wand • an omendat was voor mij een teken aan de wand • then I saw the writing on the wallhet is een teken aan de wand • the writing is on the wall -
7 stroom
1 [zich voortbewegende massa vloeistof] stream ⇒ flow, 〈 stroming〉 current, 〈 grote hoeveelheid〉 flood4 [rivier] river♦voorbeelden:een stroom van tranen • a flood of tearsde zwemmer werd door de stroom meegesleurd • the swimmer was carried/swept away by the current/tidede regen viel in stromen neer • rain came down in torrents/streamstegen de stroom oproeien • 〈 ook figuurlijk〉 row/go against the currenter kwam een stroom van klachten binnen • complaints came pouring inde stroom volgen, met de stroom meegaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim with the stream/tidetegen de stroom ingaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim against the stream/tide3 de stroom is uitgevallen • there is a power failure/cuter staat stroom op die draad • that is a live wirezonder stroom zitten • be without (electric) power -
8 krijgen
♦voorbeelden:je krijgt de groeten van … • … sends (you) his/her regardszij kreeg er hoofdpijn van • it gave her a headachehij kreeg vijf jaar (voor die moord) • he got five years (for that murder)moeilijkheden krijgen • get (oneself) into/have trouble/difficultieswe krijgen regen • we're going to have rain, we're in for rainslaap/trek krijgen • feel sleepy/hungryeen zusje krijgen • get a little sisteriets af krijgen • get something done/finishedzij kreeg het koud • she got cold/began to feel coldwat krijgen we te eten? • what are we having to eat?, what's for dinner?iets van iemand gedaan krijgen • get someone to do somethingdat goed is niet meer te krijgen • you can't get hold of that stuff any moredat kun je krijgen bij … • that can be obtained from …ze hebben de dief niet kunnen krijgen • they weren't able to catch the thiefiemand te spreken krijgen • get to speak to someonekrijgen ze elkaar? • do they end up together?ik krijg nog geld van je • you (still) owe me some moneyiets voor elkaar krijgen • manage something〈 informeel〉 krijg wat ! • you know where you can get off!wat zullen we nou krijgen ! • what next!ik krijg er iets van • it gets my goat〈figuurlijk; informeel〉 heb je het of krijg je het? • are you sure you haven't got a screw loose somewhere? -
9 zuur
zuur1〈 het〉1 [wat zuur is] ±pickles ⇒ pickled vegetables/onions/ 〈enz.〉4 [scheikunde] acid♦voorbeelden:2 het zuur hebben • have heartburn, suffer from acid stomach————————zuur21 [met betrekking tot een smaakgewaarwording] sour4 [scheikunde] acid♦voorbeelden:de melk is zuur • the milk has gone Boff/ Abad/has turned sourdat is zuur voor hem • that's hard on himzuur kijken • look sour -
10 hardnekkig
♦voorbeelden:1 een hardnekkig gerucht • a persistent/stubborn rumoureen hardnekkig stilzwijgen • a stubborn silencehardnekkige tegenstand • stubborn/stiff resistancehardnekkig ontkennen • persistently denyhardnekkig volhouden • stubbornly insist, persist -
11 inderdaad
♦voorbeelden:1 ik heb dat inderdaad gezegd, maar … • I did say that, but …het lijkt er inderdaad op dat het helpt • it really does seem to helpze voorspelden regen, en inderdaad later regende het • they forecast rain and, sure enough, it rained later oninderdaad, ik ken zulke mensen • I certainly do know people like thatdat is inderdaad het geval • that is indeed the caseinderdaad, dat dacht ik nu ook! • exactly, that's what I thought, too!
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kuh — 1. A Kü moalkat trog a Hols. (Nordfries.) – Johansen, 72. Die Kuh milcht durch den Hals. 2. A Kuh söüft â méa, ässe vertroa kô. (Henneberg.) Auch eine Kuh säuft wol mehr als sie vertragen kann. Mit Anwendung auf Säufer. 3. A Küh wal t egh wed,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frosch — 1. Bai en Fuorsk slucken well, maut ne nit lange anmülen1. – Woeste, 77, 305. 1) Anmaulen, ihm Gesichter schneiden. Lat.: Furor fit laesa saepius patientia. ( Philippi, I, 168.) 2. Da die Frösch den Block nicht zum König wollten, kriegten sie den … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Regnen — 1. As (wenn) t regent en (und) de Sonn schinnt, is et in de Hell Kermes. (Kleve.) – Firmenich, I, 382, 46. 2. Besser regnen sehen, als im Regen stehen. Engl.: To see it rain is better than to be in it. (Bohn II, 130.) 3. Dat regent bî Sünnenschîn … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Katze — 1. A Kât luckat efter a Könnang. (Nordfries.) – Johansen, 57. Eine Katze lugt, sieht nach einem Könige. 2. Ain katz vnd ain muz, zwen han in aim huz, ain alt man vnd ain iung wib belibent selten an kib. – Reinmar d.A., 1200. 3. Alle (alte) Katten … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mond — 1. Bei abnehmendem Monde ist s böse Zaunlatwergen einnehmen. – Fischart, Prakt., in Kloster, VIII, 623. 2. Bei rothem Mond und hellem Sterne sind Gewitter nicht gar ferne. – Bair. Hauskalender. 3. Bleicher Mond regnet gern, rötlicher windet vnd… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon